vrijdag 12 februari 2021

Zomaar een repetitiedag... een jaar geleden.

  “Kwart over elf, ” zegt Henk goedgemutst terwijl hij opstaat om twee extra stoelen uit de schuur te pakken, “ga er maar vanuit dat ze er zo zijn Lies.”

“Hum, ik weet het!” antwoord ik sloom, “shit, de tijd gaat veel te snel, ik zit hier net zo lekker!”
Het is zaterdagochtend, winter en best koud, maar wij zitten heerlijk buiten, beschut in onze toekomstige buitenkeuken, lekker koffie te drinken en van het zonnetje te genieten.  
“Waarom moet je toch altijd zo vroeg afspreken?” vraag ik wrevelig naar de bekende weg. 
“Nou je hebt geluk Lies, ik heb het nog een uur gerekt, Philippe wilde eigenlijk al om half elf komen.”

Henk is door Philippe gevraagd voor een optreden morgen in Clermont-Ferrand. Het is een routine klusje, spelen als jazztrio tijdens een apéro, gewoon twee uurtjes jazz standards spelen in de kroeg. Normaal gesproken is hij hier niet zo happig meer op, maar het is dit keer samen met Philippe en Jean-Marc, twee zeer sympathieke Franse muzikantvrienden waarmee hij hier in Frankrijk zo’n elf jaar geleden, voor het eerst speelde.

Net als Henk zitten deze muzikanten al minstens 40 jaar ‘in de muziek’ en zijn dus door de wol geverfd. Voor zo’n apéro draaien ze hun hand niet om, maar Philippe, de gitarist,  stelde toch voor om er nog een repetitie aan te wijden.
Henk die niet graag van huis weg wil, had toegestemd onder voorwaarde dat het bij ons thuis zou plaatsvinden en Jean-Marc, de drummer wilde, als echte Auvergnaat, alleen maar komen als er eerst gegeten werd.
En dat eten doen de Fransen à midi, om twaalf uur ‘s ochtends. En zo wordt een simpele repetitie dus een repetitiedag.  
“Weet je Henk, helemaal leuk dat die mannen komen, maar dat vroege ge-eet, pff, ik kan er niet aan wennen!”
“Tja, ik snap er ook niets van,” zegt Henk schouderophalend, “het lijkt er soms wel op dat die mannen nooit thuis willen zijn, ze waren er duidelijk op uit om er een ‘dagje’ van te maken!”

Op het veldje voor ons huis stopt een auto. “Daar heb je ze!” roept Henk en springt op om de deur open te gaan doen.
Even later stappen ze grijnzend via het huis en de cave de buitenkeuken in en volgt de  gebruikelijke begroeting van hartelijke schouderklopjes en bijbehorende bises.
“Une petite bière, mes amis?” vraagt Henk terwijl hij ze ‘en passant’ het biertje al in de hand drukt.
Het gezicht van mon mari spreekt boekdelen; hij heeft zin in een feestje!
En zo ook zijn copanen, dus zitten we gezellig rond het middaguur in het zonnetje aan de apéro, want er bestaat hier in Frankrijk natuurlijk geen maaltijd zonder het voorafgaand aperitief.

Ik loop even naar binnen om de maaltijd die we gisteren al hebben voorbereid in de oven te zetten. Ik kijk op de klok, kwart over twaalf, mooi over een half uurtje kunnen we eten.
Bij terugkomst aan tafel blijkt dat Henk een nieuw biertje heeft bijgezet. “Dit zijn de betere repetities,” zegt Jean-Marc genietend met een ondeugend lachje.”  

Na het eten verdwijnen de mannen naar Henk’s muziekkamer en ik duik zoals gewoonlijk in mijn werkkamer achter de computer.
Onze kamers zitten op dezelfde etage dus ik hoor ze bezig, de versterkers gaan aan, de instrumenten worden gestemd, en tussendoor hoor ik ze ook steeds lachen. Maar na een kwartiertje komen dan toch de zwoele jazzklanken mijn kamer binnendwarrelen.
Ondanks dat ik dat eten altijd wel een gedoe vind, geniet ik toch ook heel erg van zoveel gezelligheid en muziek in huis.

Omdat ik opga in het verhaal dat ik aan het schrijven ben raakt het geluid uit de muziekkamer wat op de achtergrond. Zo gaat het eigenlijk altijd, ik hoor ze wel maar echt last heb ik er niet van.
Maar na een uurtje realiseer ik me dat het nu wel heel erg hard klinkt. Ik probeer nog verder te werken maar ik kan me echt niet meer concentreren door het geluid.
Wacht even, “Dit is geen jazz meer” zeg ik tegen mezelf terwijl ik opsta om poolshoogte te gaan nemen.
Voor de deur is het geluid al niveau ‘slecht voor je oren’, maar binnen is het echt een  oorverdovende herrie.  
“Stone Free” hoor ik boven de muziek uit galmen. Philippe die ik tot dan toe alleen maar zwoele deuntjes als ‘The girl from Ypanema’ had horen zingen heeft zich als ware Jimmy Hendrix ontpopt. Jean-Marc slaat haast door z’n vellen heen, met een brede grijns zit ie er heerlijk op los te trommelen. De contrabas staat verloren in de hoek want Henk is overgestapt op de basgitaar.

“Wow, super” roep ik lachend als het liedje klaar is.
 “Hé Lies, moet je horen, we zijn met Jimmy Hendrix bezig, ga even zitten,” zegt Henk enthousiast. Alsof ik dat nog niet gehoord had.
Ik pak een kruk en ga zitten. De mannen zetten het nummer wederom in met ook weer dezelfde spirit.
Philippe zingt maar Henk en Jean-Marc slingeren de koortjes luidkeels mee de ruimte is… “Stone free”…

Muzikanten zijn toch echt een slag apart, hoe oud ze ook zijn, het blijven jongetjes, “gamins”, zoals de Fransen zeggen.
Ik luister nog drie liedjes en dan vind ik het wel best, de gamins zeggen dat ze ook stoppen maar zetten nog een laatste nummer in, ze kunnen er geen genoeg van krijgen!
“Hoe kwamen jullie daar nou bij?” vraag ik nieuwsgierig als de mannen weg zijn.
“Nou eigenlijk per toeval, Philippe speelde een rifje, gewoon even om te stemmen, maar omdat ik alles van Jimmi Hendrix uit m’n hoofd ken, viel ik in en toen bleek Jean-Marc het ook te kennen. We kwamen erachter dat we alle drie Hendrix gek zijn.” Zegt Henk met een lach.
“Ja dat is niet zo gek gezien jullie leeftijd” antwoord ik bijdehand.
“We hebben afgesproken om er een project van te maken, kunnen we het lekker van de zomer spelen in de tuin.” Vervolgt Henk enthousiast…..

 

En hier stopte mijn verhaaltje vorig jaar. Ik heb het nooit gepost op m’n blog omdat ik op dat moment toch dacht dat het eigenlijk niet zo speciaal was...
Gewoon een dag uit ons leven, vol van muziek, gezelligheid en vriendschap.
Maar toevallig kwam ik het vandaag weer tegen en nu komt zo’n onbezorgde luchtige repetitiedag toch in een heel ander licht te staan.
Vrij kort daarna was het voor de mannen afgelopen met optreden, Corona kwam om de hoek, we zaten ineens allemaal op ons eiland thuis.
Gelukkig konden onze tuinconcerten in de zomer toch doorgaan vanwege de zomerpauze in de lockdown.
De mannen hebben heerlijk gespeeld, maar de concerten waren toch anders als anders. Er waren minder mensen aanwezig, behoorlijk wat trouwe bezoekers bleven weg uit angst om besmet te worden, zelfs bij ons in de tuin, midden in de vrije natuur.


Sinds de zomer hebben we ze niet meer gezien, onze muzikantenvrienden. Henk houdt zich goed, hij wil er niet over klagen, maar hij mist het spelen met zijn vrienden enorm. En zeker ook de gezellige repetitiedagen!
De lockdown is hier in Frankrijk, afgezien van de avondklok om 18 uur, toch minder streng geworden, of althans zo voelt het voor ons à la campagne.
En hoewel er dus nog steeds geen optredens zijn, en dus ook geen aanleiding voor een repetitie hebben de mannen afgesproken om toch weer van tijd tot tijd lekker hier bij ons te komen spelen…

Henk is met pensioen, voor het geld hoeft hij het niet meer te doen, we wonen afgelegen dus wij kunnen nog een beetje onze eigen wereld scheppen, maar mijn hart gaat uit naar alle jonge muzikanten, vol enthousiasme en talent, waarvan hun hele bestaan en vooralsnog hun toekomstperspectief afgepakt is…Muzikant zijn is naast een beroep, vooral een "passie"!!
En die moeten ze kunnen delen... met elkaar terwijl ze muziek maken, maar ook met het publiek die er van kan genieten. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten