We
hebben een uitje!
Henk is gevraagd om op te treden voor een Champagnehuis in de
buurt van Reims.
Drie weken geleden belt Roger met de vraag of Henk ook zin en tijd heeft om mee
te gaan.
Roger is een bevriende Franse saxofonist waar Henk regelmatig en graag mee
speelt. Een lieve man, uitstekende saxofonist maar vooral levensgenieter die
het grootste deel van zijn leven door heel Frankrijk heeft rond-geschnabbeld en
zodoende dus ‘zo zijn contacten heeft’.
“Het gaat helemaal fantastisch worden!” zegt Roger enthousiast. “We spelen als jazz
trio alleen wat tijdens de ‘opening’ van hun nieuwe ‘cave’ en daarna nog wat
tijdens het diner.
Maar allemaal rustig aan, het is ook voor ons feest.
Onze partners mogen mee, we krijgen een eigen gîte waar we twee nachten mogen
overnachten. Een rondleiding in Reims, door de kelders van het Champagnehuis
Pommery. Het gage is niet al te hoog, het beslaat zo’n beetje de reiskosten,
maar… we krijgen wel allemaal een doos Champagne mee naar huis.
Dus,” besluit Roger zijn relaas alsof hij Henk nog over moet halen, “het wordt
‘een beetje spelen’ en verder vooral ook voor ons een leuk feest!”
Nou over dit aanbod hoeft Henk niet lang na te denken, natuurlijk wil hij wel
mee, zeker omdat ik ook uitgenodigd ben!
Dit is nu het leuke van een muzikantenbestaan, dan kom je nog eens ergens!
“Een Champagnefeest, geweldig”, zegt Henk in z’n nopjes.
Ik zie het ook direct helemaal zitten, wow gaan we naar een Frans ‘upper class’
feest, dat wil ik ook wel eens meemaken!
“Weet je Henk, als het nu toch kennissen van Roger zijn dan kan ik ze ook wel
voorstellen om ‘kaart te lezen’ tijdens het feest,” zeg ik enthousiast tegen Henk,
“dat is mooi want dan heb ik wat te doen en daar komen vast allemaal chique
mensen die ook wel eens een feestje geven. Kan ik mezelf in ‘the picture’
spelen voor vervolgoptredens!”
Toevallig heeft mijn zus ook sinds kort een huis in Noord Frankrijk, zo’n
uurtje rijden van onze bestemming en we besluiten om dit concert te koppelen
aan een bezoekje aan haar. Dat is ook een geluk want als zij akkoord gaat dan kunnen
onze honden ook mee.
Ik stel haar voor dat we een dag eerder komen en vraag
aarzelend of de honden dan één nacht bij haar mogen blijven als wij de volgende
dag naar het optreden gaan. Ik vind het altijd wel lastig om zoiets te vragen,
maar gelukkig vindt mijn zus het geen enkel probleem. “Ja,” zeg ik enthousiast,
“dan blijven we nog een paar dagen om je te helpen met klussen!”
Een gezellige en praktische oplossing voor iedereen.
En zo geschiedt het; met een auto vol kleding, slaapspullen, honden, een contrabas en een basversterker reizen we goedgemutst naar Noord Frankrijk.
We hebben een gezellige avond bij m’n zus en haar man en
de volgende dag vertrekken Henk en ik om half twee ’s middags, zonder honden, weer
terug in zuidelijke richting.
Rond drie uur rijden we het dorpje Chamery binnen. Het is een klein eenvoudig dorp
met smalle straatjes, waardoor de protserige grote auto’s die we tegenkomen nog
imposanter lijken.
Franse maar ook Nederlandse en Belgische kentekens.
Het adres hebben we snel gevonden.
Ik verwachtte eigenlijk wel een grootse Chateau-achtige locatie, maar onze
bestemming blijkt een enorme witte loods te zijn, aan de rand van het dorp. Ogenschijnlijk
is er niet veel bedrijvigheid. Moet hier een feest plaats gaan vinden? denk ik
verbaast.
Terwijl we de auto parkeren komen, vanuit de Auvergne, Roger en de anderen er ook
aan, de band is compleet.
In de loods worden we verwelkomd door een uiterst vriendelijke, wat slonzig
geklede rondborstige blonde vrouw van rond de veertig jaar. Ze blijkt de vrouw
van de zoon van de champagneboer te zijn. Het is een familiebedrijf. Ze begeleidt
ons de trap op naar een kantine boven de enorme hal waar we de hand van haar
schoonvader schudden. De sfeer is uiterst gemoedelijk.
Hier boven zijn meerdere mensen aanwezig, sommigen horen duidelijk bij de
familie of de organisatie en zijn druk bezig met onduidelijke dingen, anderen
hangen wat rondom de tafels en gedragen zich als gasten.
De schoondochter biedt ons wat te drinken aan en verdwijnt weer naar beneden, wij
worden, zoals zo vaak in Frankrijk, wat vaag aan ons lot overgelaten.
Na het drankje gaan de muzikanten maar eens kijken waar ze kunnen gaan opbouwen
want over een klein uurtje moeten ze al spelen, niemand schijnt zich druk te
maken over tijd.
Dit is voor mij als meekomend muzikantenvrouw altijd het ‘vervelendste’
gedeelte van de avond. Het wachten en er maar wat bijhangen. Gelukkig heb ik
deze keer een missie, dus ik ga op zoek naar de schoondochter om mijn ‘waarzeg’
voorstel te doen.
Ondanks dat ze niet zo goed weet wat dat ‘waarzeggen’ nu precies inhoudt en ze
zich afvraagt of het wel past bij de gelegenheid en de gasten staat ze er toch
niet helemaal onwelwillend tegenover.
Ze legt uit dat het inauguratiefeest zal plaatsvinden op twee verschillende locaties.
We beginnen met een apéro met muzikale omlijsting in deze loods. Onder deze
loods bevinden zich de nieuwe wijnkelders, waar het hele feest om draait.
De voornamelijk zakelijke relaties, die hier zijn uitgenodigd, krijgen een
rondleiding door deze kelders en na afloop de kans om hun dozen champagne in te
kopen.
Vervolgens zal een select gezelschap van familie en vrienden, bij elkaar zo’n
vijftig man voor het diner naar het oudere keldercomplex komen.
Ze zegt dat het diner met intimi waarschijnlijk een betere gelegenheid is om
iets met het ‘waarzeggen’ te doen, maar ze kijkt er wel bedenkelijk bij.
In de tussentijd is de locatie aardig op orde, maar dat is hier niet zo
ingewikkeld. Vanuit mijn ervaring in Nederland ben ik wel gewend dat er feesten
in een bedrijfspand worden georganiseerd. De boel wordt vaak zo mooi
aangekleed dat je er geen bedrijfspand meer in herkent. Door middel van decor ontstaat
er bijvoorbeeld een feestlocatie binnen de bestaande locatie.
Hier niet.
De muzikanten hebben hun instrumenten op het podium geïnstalleerd, er is geen stage
light. De loods is sfeerloos verlicht door tl-lampen en er staan enkele tafels met
wat zoutjes erop, gewoon zonder kleedje of een gezellig kaarsje. Op panelen,
rechts van het podium, is er een soort expositie van foto’s over de
familiegeschiedenis en het ontstaan van het bedrijf.
De obers zijn gearriveerd en staan klaar met een fles champagne in de hand, er
zijn zelfs ook al enkele gasten aanwezig.
Nou, hier is niets chique ’s of stijlvols aan, stel ik licht teleurgesteld
vast.
“Kom, we nemen alvast één glaasje voor we beginnen,” zegt Roger opgetogen.
Bij de ingang staan tafels met lege glazen met de naam van het wijnhuis erop
gegraveerd. Geen sierlijke flinterdunne champagneglazen op een pootje maar
kleine stevige cilinderglaasjes die zo dienst zouden kunnen doen als waxinehouders.
De bedoeling is dat je zelf zo’n glaasje pakt en de obers komen het vullen.
De champagne smaakt opperbest, maar vanwege de grootte van het glaasje, één of
twee ferme slokken, kunnen de muzikanten vrijwel direct beginnen.
Ze stappen het podium op en ik blijf achter met de vriendin van de pianist, een
jonge vrouw van rond de vijfendertig jaar.
Roger heeft als alleenstaande man zijn dochter als introducé meegenomen en die
staat ook op het podium, ze heeft aangekondigd dat ze wil zingen.
Henk en ik schenken elkaar een lacherige blik van verstandhouding, hoogstaande
jazz zal het niet worden vanavond, want voor deze gelegenheid heeft Roger de
muzikanten duidelijk meer geselecteerd op gezelligheid dan op kwaliteit.
Het is een ‘op los zand’ gefundeerd bandje, waarvan Henk en Roger de enige
geroutineerde jazzmuzikanten zijn.
We wisten dit al wel van te voren, en normaal gesproken verafschuwt Henk het om
op zo’n middelmatig niveau te moeten
spelen, maar dit champagne-uitje is ook wat waard!
Terwijl de wat onvaste klanken van Rogers dochter door de ruimte galmen kijk ik
om me heen. Het publiek bestaat uit wat grove, eenvoudig geklede
plattelandsbewoners. Ondanks dat ik toch vriendelijk knik naar de mensen is het
onmogelijk om contact met ze te krijgen.
Wij als meegekomen muzikantenvrouwen vallen behoorlijk uit de toon. Met een
schuchter knikje lopen de gasten ons voorbij.
Dit ‘feest’ is totaal niet wat ik me had voorgesteld. Wat een suffe bijeenkomst
is het eigenlijk. Gelukkig blijkt de vriendin van de pianist wel ontzettend leuk
te zijn en geanimeerd starten we een gesprekje.
Een ober komt langs. Hij wil onze glaasjes vullen maar die hebben we inmiddels
weggezet.
Het is een charmante jongeman die ons wat flirterig uitlegt dat het de
bedoeling is dat we de glaasjes bij ons houden, zodat hij ze kan vullen. Maar
voor ons wil hij wel een glaasje gaan halen.
Willen wij dat?
Aangezien ik zeker zin heb in een tweede glaasje zeg ik direct “oui”. Maar zo
gemakkelijk gaat dat niet voor een Auvergnatse.
Toen wij de jazzclub nog hadden had ik het ook al gemerkt, een Auvergnat zal
nooit een ‘direct’ antwoord geven als je hem of haar iets aanbiedt. Ze reageren
bijna altijd aarzelend; ‘zal ik wel, zal ik niet’ en uiteindelijk zeggen ze
dan, met een gezicht van ‘nou vooruit dan maar, het is dat je zo aandringt’:
“Oui un petit verre”…..
In het begin maakte ik de vergissing om dan inderdaad een klein glas te serveren.
Maar al snel begreep ik dat dat niet de bedoeling was.
Dus terwijl de ober haar vragend aankijkt begint de vriendin met haar Auvergnatse
voordracht kunstje; in de lucht kijken,
weer naar vloer, vaag glimlachen, wat hummen en dan eindelijk met haar blik
naar beneden gericht komt er een vaag ‘oui-knikje’.
De ober verdwijnt en even later is hij terug met één glaasje, voor mij. Ik
proest het uit als ik het beteuterde gezicht van de vriendin zie.
“Ja, je bent nu in Noord Frankrijk, als je hier iets wilt zul je, net als in
Nederland, duidelijk moeten zijn,” grap ik vrolijk.
Snel gaat ze op zoek naar een leeg glaasje en als de ober niet al te lang
hierna weer terug is zegt ze volmondig “oui” en reikt hem haar glas aan.
Aangezien die van mij al weer leeg is, laat ik deze ook nog maar een keertje
vullen.
Echt heel erg druk is het niet maar de obers lopen ijverig rond om iedereen te
bedienen, er wordt niet gekeken op een glaasje en aangezien wij een beetje
halverwege hun loopje staan, wordt ons glaasje zowel op de heenweg als op de
terugweg weer bijgevuld.
De Champagnebubbels beginnen aardig naar ons hoofd te stijgen en de vriendin en
ik beginnen het steeds beter naar onze zin te krijgen. Giebelend over de gekke
situatie waarin we beland zijn en zeker ook over zo’n overdaad aan Champagne
proosten we ondeugend met onze glaasjes naar elkaar en naar de muzikanten die
het allemaal met lede ogen aanzien. Het is hun feestje, wij zijn als aanhang meegekomen
en staan nu lekker lol te maken en Champagne te drinken terwijl zij daar gewoon
op een droogje staan te spelen voor mensen die nog niet eens luisteren.
Oh, denk ik wat lodderig, ik geloof niet dat ik op deze manier straks nog
kaarten kan lezen. Shit, had ik nu maar niets voorgesteld.
Na een half uurtje komen ook de muzikanten van het podium, gezamenlijk drinken
we nog een glaasje en dan wordt het tijd om naar de volgende locatie te gaan.
Zij moeten alle versterkers en instrumenten weer inpakken en die daar zo meteen
weer opbouwen. Natuurlijk help ik mee, maar wel met enigszins onvaste tred. Minimaal
één fles Champagne heb ik al wel weg gebubbeld en een kleine
vermoeidheid begint achter mijn ogen te prikken. "Oops, nu even bij de les
blijven Lies," spreek ik mezelf ferm toe, "de avond is nog niet eens
begonnen"….
________________________________________________________________________________
In 2007 ben ik
samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse
platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:
Ben je geïnteresseerd? Via deze linken kun je het bestellen:
Bol.com boek € 16,95
Ebook ebook: €4,99
uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in
Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en
levenskunst op te zetten.
Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve
hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk
delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun
enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en
belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf,
dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er
in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle
gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…
Deel twee komt uit in september/ oktober 2014
grappig, benieuwd hoe het afloopt op de 2e locatie
BeantwoordenVerwijderenpaul
Hoi Paul, bedankt voor je reactie :-) . Deel twee staat nu ook op m'n blog. Groeten, Elisabeth
BeantwoordenVerwijderenBoeiend , interessant verhaal .Ik vernam dat de ober die jou bediende , als hij weer 'n fles ophaalde , zei "für Elise "
Verwijderen