dinsdag 15 april 2014

Het kantoor

Januari. Toen we het café nog hadden had ik er geen tijd voor en later zag ik er tegenop. Na vier jaar jazzclub  was ik ook te moe en helemaal leeg, hoe kon ik zo mensen inspireren?
Maar toch komt de gedachte steeds weer op. Ik ben gek als ik er niets mee doe, want ik moet nodig geld verdienen en ik heb begrepen dat de Fransen er dol op zijn. Een gouden toekomst ligt in het verschiet, zou je zeggen.
Het probleem is dat ik het niet in ons eigen huis wil doen, te dicht bij m’n privéleven.
Daar komt ook bij dat wij in onze ijver zowat alle muren in ons huis doorgebroken hebben, dus behalve mijn schrijfkamer/bureau en Henks muziekkamer is er niet veel ruimte meer over voor een waarzegsterspraktijk.
In de schuur zou het kunnen maar daar zit al een tijdje geen dak meer op. Als mijn boek nu een bestseller wordt dan zou ik een aannemer laten komen en zou alles zo gefikst zijn. Of we zouden boven op de berg achter ons huis een leuke blokhut kunnen bouwen.  Als we maar geld hadden, dan was alles makkelijker hield ik mezelf steeds voor. Daarvoor zou ik nu weer juist moeten ‘waarzeggen’ en zo is het kringetje weer rond.
Nu weet ik diep van binnen ook wel dat dat allemaal niet echt de reden is waarom de ‘praktijk’ maar niet van de grond komt. Ik ben gewoon mijn bravoure ergens in het verhaal kwijtgeraakt.
Leven en vooral ondernemen à la campagne is een kunst op zich. Vier jaar lang zijn Henk en ik publieke personen geweest. Beroemd en berucht, geliefd en benijd.
Ondanks dat de sluiting nu twee jaar geleden is, kom ik nog steeds overal bekenden tegen.
En als je ‘anders’ bent dan wordt je ook altijd gezien. Er is veel jaloezie onder de mensen en je gaat hier snel over de tong.
En daar had ik het de laatste jaren even helemaal mee gehad! Ik verlangde weer naar een anoniem bestaan zoals we dat hadden toen we hier pas kwamen wonen, of zoals ik gewend was in Amsterdam. Werk en privéleven gescheiden.
“Geef mij maar een baan in het toerisme, een beetje mensen rondleiden bijvoorbeeld, dat lijkt me nog leuk ook!” zei ik vol goede moed tegen Henk.
Dat feestje ging in ieder geval niet door. “Ah, daar is madame Arts weer met haar ideeën,” lachte de juffrouw van de Communauté des Communes  vriendelijk maar met een schamper ondertoontje.
Te excentriek, te druk, te grote mond, maar vooral te dominant voor deze streek, weinig kans op een glorievolle ‘echte’ baan.
Nu heb ik die mijn hele leven nog niet gehad, dus misschien zit er toch wel enige redelijkheid in hun beoordeling. Aanpassen en in het gareel lopen zijn niet mijn sterkste kwaliteiten.   
Maar nood breekt wetten en gezien het feit dat ik toch niet in een ‘echte baan’ pas,  nam ik laatst  ferm het besluit om nu echt werk van een eigen praktijk te gaan maken. Prompt kreeg ik een goed idee.  
“Henk we zetten een caravan achter in de tuin en daar maak ik dan een kantoor van.”
Nu was het idee van een caravan al eens eerder voorbij gekomen, maar toen hadden we hem boven op de berg bedacht. Leuk, maar daarvoor zouden we iemand met een tractor moeten regelen, extra bomen omzagen en grond plat maken om een plek te creëren. Gedoe, en daar bleef het dus op hangen.
“Weet je, dan maken we de heg achter in de tuin open zodat we daar een poort kunnen zetten waar de mensen naar binnen kunnen, dan hoeven ze helemaal niet door onze tuin te komen.”
Blijkbaar ziet Henk het idee ook zitten want hij reageert direct positief: “ Ja, waarom eigenlijk niet? Er is plaats genoeg. Je weet dat we er zo één bij Jan op kunnen komen halen.”
“Het is misschien alleen niet zo mooi zo’n caravan in de tuin,” werp ik toch weer wat weifelend tegen.
“Ach joh, dat is toch geen probleem, ik kan hem helemaal met hout wegwerken hoor, dan zie je er niets meer van!”
We raken samen steeds enthousiaster over het idee. “Ja en ik zat te denken Henk, als hij zo dicht in de buurt van ons huis staat kunnen we hem ook gewoon als logeerkamer gebruiken.”

We bellen Jan.
“Kom er maar één uitzoeken hoor,” reageert Jan zoals altijd uiterst vriendelijk, “ik heb er een aantal staan die zo weg mogen.”
Jan, een lieve vrolijke vrijbuiter is ook Nederlander en runt met waarlijk ‘Franse slag’ een camping op een prachtige plek bij ons in de buurt. Hij is trouwens niet de enige. In een straal van vijftig kilometer zijn bijna alle campings in handen van Nederlanders, maar dat terzijde.
Op het terrein staan inderdaad enkele caravans die duidelijk hun beste verhuurtijd gehad hebben.
“Kies maar uit, deze gaan er alle drie vanaf,” wuift Jan vrolijk onze schroom weg.
We kiezen de grootste, een ‘twee-asser’, die toevallig ook nog de ‘mooiste’ is, voor zover je dat van caravans kunt zeggen.
Omdat deze caravan niet meer over geldige papieren beschikt en je dus eigenlijk niet meer met dit gevaarte over de weg mag, spreken we af dat Henk hem op maandag rond het middaguur op komt halen. Dat lijkt ons het geschiktste tijdstip met de minste pakkans.

Toet toe toet, hoor ik en als ik uit het raam kijk zie ik het kermisgezelschap voor de deur stoppen. Henk voorop met onze oude Renault Espace uit 1993 met daaraan vast een even oude joekel van een sleurhut en daarachter Jan met zijn auto met knipperlichten.
De tuin zelf is nog niet helemaal ‘caravan klaar’ gemaakt dus is het gevaarte, voor zolang dit duurt, op de parking langs ons huis gepland, naast de kapotte Peugeot.
Terwijl Henk druk bezig is met het achteruit indraaien, komt er een gendarmebusje voorbij. Ze kijken maar rijden gelukkig gewoon door.
“Wow,” jubel ik lachend, “wat een gaaf ding!”
Hij is zo ongelooflijk kitsch dat hij gewoon mooi wordt van lelijkheid.
Jan heeft haast en vertrekt direct en Henk en ik betreden het paleisje. Nieuwsgierig kijken we in alle kastjes. Hij is erg schoon en tegen verwachting in eigenlijk, ruikt de caravan totaal niet ranzig, nee eigenlijk gewoon neutraal fris.
“Het is nog een beste caravan hoor,” zegt Henk bewonderend. “Joh, moet je kijken Lies, het is nog een wintercaravan ook! Kijk nou een echte kachel, ik ga kijken of die het nog doet.”
Helemaal in zijn nopjes verdwijnt Henk ons huis in om lucifers te halen.
Even later komt er een vrolijk rookpluimpje uit het schoorsteentje.
“We kunnen zo verhuizen naar het zigeunerkamp aan het begin van de weg,” lach ik vrolijk.
“Nou, je zegt het, maar eigenlijk kun je hier prima in wonen hoor,” antwoord Henk serieus, “weet je als het ’s winters koud is, is zo’n caravan toch sneller warm gestookt dan een heel huis.”

“Eten,” roept Henk een paar uur later naar boven. Als ik beneden kom pakt hij m’n hand en leidt me naar de voordeur. “Dinner is served in het buitenhuis,” zegt hij gewichtig.
En zo zitten we gezellig samen, in de winter, naast ons huis, in een sfeerverlichte caravan compleet met kachel en rookpluim, op een druk gebloemde bank tegenover elkaar aan de gezellig gedekte campingtafel. Af en toe zoeft een auto ons rakelings voorbij.
“Van wie zou nu zo’n caravan geweest zijn?” vraag ik verwonderd, “dat iemand dit ooit zo bedacht heeft, wat een smaak!”
“Ja, maar alles is wel heel netjes en in stijl afgewerkt, dit zal geen goedkope caravan geweest zijn.”
“Het is zo erg, dat het haast leuk is om hem zo te houden.” Lach ik, ‘hoewel….Misschien als gastenverblijf maar als ‘praktijkruimte’ geeft het misschien toch een dubieuze sfeer zo met die roesjes en rode gordijntjes.”
Na een uurtje begin ik er genoeg van te krijgen en wat mij betreft gaan we weer gewoon lekker naar binnen, maar Henk is nog helemaal vol van dit nieuwe huisje en heeft andere plannen.
 
“We gaan hier vanavond slapen!” zegt hij enthousiast.
“Nou, mooi niet!”
“ Lies, doe niet zo zeikerig, dat is toch leuk!” Henk is niet meer te stuiten, ik zie aan z’n gezicht dat zijn plan vast staat, maar dat van mij ook!.
“Ik pieker er niet over, moet je voelen, die kussens zijn helemaal klam en daarbij, ik ga toch niet in zo’n kermistent op een parkeerplaats naast ons huis liggen te slapen als ik ook gewoon in m’n warme bed kan liggen?”
“Jij hebt geen gevoel voor romantiek!” dramt Henk door.
“Je zoekt het maar uit, ik doe niet mee.”
“Oh, oh, kunnen we eens iets leuk spontaans doen, verpest jij het weer, eigenlijk ben je best wel degelijk, weet je dat? ” jent Henk verder om zijn zin te krijgen.
M’n goede bui is omgeslagen en ik begin redelijk geïrriteerd de borden op elkaar te stapelen.
“Ik ga naar binnen!”
In huis ga ik direct naar boven om nog wat op de computer te werken en beneden hoor ik Henk druk heen en weer lopen, van buiten naar binnen en andersom.
Na een tijdje komt hij boven. Poeslief: “Lies het bed is opgemaakt, ga je mee daar slapen?”
“Nee echt niet Henk,” antwoord ik resoluut.
“Dan niet!” beledigd vertrekt Henk met een fles wijn ‘gezellig’ naar de caravan. Als ik een uur later wil gaan slapen is hij nog steeds niet terug.
Even twijfel ik of ik nog zal gaan kijken of alles goed gaat, maar mijn irritatie over zijn drammerigheid wint. Nee hoor, laat hij het maar zelf uitzoeken daar in die caravan.
Toch slaap ik niet helemaal rustig en rond vier uur ’s nachts schiet ik wakker met een enorm paniekerige gedachte in m’n hoofd. Als die kachel nu maar goed werkt en alle koolmonoxide naar buiten blaast. Dat ding heeft misschien wel jaren niet gebrand, wie weet zijn de leidingen wel poreus, straks ligt hij daar, omgekomen in een caravan, nota bene naast z’n huis onder mijn raam.  
Juist als ik besluit dat ik ga kijken, hoor ik gestommel op de trap.
“Ah, gelukkig, daar ben je!” zucht ik opgelucht.
“Ik werd wakker,” reageert Henk nuchter, zich totaal niet bewust van mijn paniek, “en zo alleen in bed is ook maar niks.”

De volgende ochtend is alles weer als vanouds. De koffie drinken we gewoon binnen in huis op de tussenetage. “Zie je dat het geen goed idee was om in die caravan te slapen, het bed was zeker vochtig?” Kan ik toch niet nalaten te zeggen.
“Nee hoor, helemaal niet, dat bed slaapt gewoon goed!” geeft Henk zich niet gewonnen.  
“Nou, ik wil best wel eens in de caravan slapen, maar dan moet het zomer zijn en moet ie op z’n minst in de tuin staan.  Maar even iets anders,” voeg ik er voor de duidelijkheid nog maar even aan toe, “het wordt wel mijn kantoor hoor!”




 _____________________________________________________________________________




In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99
 

uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014

5 opmerkingen:

  1. Helemaal leuk!
    Die gordijnen erin houden hoor!
    Hartelijke groet,
    Anja.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een 'Voyageurs-hut' zeg! Gewoon zo houden..... zijn die Fransen gelijk in de stemming als ze bij je binnen kom,en!! Bisous, Peter

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Inderdaad, Antonia en Peter hebben gelijk, die aankleding is jiuist in de goede stijl voor een 'session de voyance'.

    Leuk verhaal en ik voel mee met Henk, af en toe een beetje kamperen is gezellig.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Interieur doet me denken aan de kermis. Perfecte plek voor een waarzegster. Waarom niet een standplaats boeken bij een kermisvereniging...?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ik zeg buitenkant bordeauxrood met zwart en een gouden biesje en zo op de kermis gaan staan. Madame Futura
    pour une belle histoire personnelle (of zoiets)
    Kus Li
    Oja en Henk heeft gelijk. Doe ns gek, en slaap er een nachtje in! Thuis en toch op vakantie!

    BeantwoordenVerwijderen