Om kwart over acht ‘s ochtends begint mijn mobiele telefoon te rinkelen, op het display zie ik een onbekend Frans nummer. Zondagochtend, wie belt er nu op dit
tijdstip? Een beetje verwonderd neem ik op.
Een vrouwenstem aan de andere kant van de lijn stelt zich voor in het
Nederlands en vraagt of ik nog steeds plaats in de auto heb. Haar man en
dochter zijn in Breda en zoeken een lift naar Parijs.
“Ja natuurlijk!” antwoord ik verrast. Ze geeft me zijn telefoonnummer zodat ik het
verder met hem kan regelen.
Zo dat is geluk hebben, denk ik in m’n nopjes, toch nog gedeelde reiskosten.
Vier dagen geleden ben ik, met redelijke bibbers in mijn lijf, toch weer in onze
oude Renault Espace uit 1993 naar Nederland gereden voor een optreden.
Een reis waar ik van te voren wel heel erg tegenop zag maar die wonderwel toch weer goed
verlopen is. De motor liep zelfs als een zonnetje en ook in Nederland reed ik vlekkeloos nog zo'n driehonderd kilometer weg.
Dit had me de moed gegeven om toch een oproep voor co-voiturage voor de
terugweg te plaatsen op Nederlanders.fr
Helaas heeft er niemand gereageerd, maar daar heb ik met Henk door de telefoon ontzettend om gelachen. “Die hebben natuurlijk allemaal m’n blogverhaal ‘In z’n
drie door Vichy’ gelezen”.
Ik bel de man en krijg een adres in het Ginniken, een wat sjiekere wijk in
Breda. De man klinkt aardig en keurig. “Ik heb wel een oude auto hoor, geen
luxe!” waarschuw ik toch maar even voor de zekerheid. Hij vindt het geen enkel
probleem en we spreken af dat ik er om tien uur zal zijn.
Ik vind het spannend, dit is de eerste keer dat ik iemand meeneem die ik niet
ken. Ik rijd bijna altijd alleen, daar houd ik van, dan heb ik m’n gedachten voor
mezelf en kan ik lekker harde muziek luisteren. Nu gaat deze man met dochter, alleen maar mee tot Parijs, de helft
van mijn reis, maar toch zullen we nog zo’n drie à vier uur bij elkaar in
de auto moeten zitten, hopelijk hebben we wat gespreksstof anders duurt zo’n
reis knap lang.
Wat zou het eigenlijk voor iemand zijn?
Een vader en een dochter die naar Parijs gaan en een moeder die uit Parijs
belt, zoiets maakt me toch nieuwsgierig. Het zal wel een gescheiden man zijn,
denk ik het antwoord te weten. Het kind zal dan wel bij haar moeder in Parijs
wonen. Als het maar niet zo’n kleine krijsende dreumes is.
Ojee, en ik moet lachen bij de gedachte, straks heeft hij allemaal ‘kinderen
voor kinderen’ cd tjes bij zich om het meisje zoet te houden. Dat zal mijn
geluk weer wezen!
Ach, we zullen wel zien, voorlopig ben ik blij dat ik mijn kosten wat kan
delen, maar vooral dat ik weer naar huis ga.
Deze keer verloopt het bezoek aan Nederland niet echt ontspannen. Ik weet niet
wat ik heb, ik ben gevoeliger dan normaal, erg moe en kan me slecht
concentreren.
M’n optreden is daardoor nogal zwaar geweest.
Het bezoek aan m’n dochter in Amsterdam voelt als 'veel tekort' en ondanks dat is
het parkeertarief nog te hoog.
Hoewel ik op het ogenblik best gelukkig ben en ik me erg verheugd heb om haar weer
te zien, maakt ons weerzien me dit keer melancholiek. Wat mis ik eigenlijk een
groot deel van haar handel en wandel, nooit kunnen we eens even gezellig bij elkaar langs.
Wat is nu eigenlijk mijn moederrol? Ik ben me pijnlijk bewust dat ik haar al
een hele tijd niet meer even lekker heb kunnen verwennen met cadeautjes of
leuke kleren. Een bezoekje aan de ‘stad’ en samen lekker lunchen op een
terrasje, wanneer was dat voor het laatst?
Ik voel me verdrietig en in de war.
Wat is de prijs eigenlijk die ik betaal voor mijn droomleven in Frankrijk? Ik
houd van mijn dochter en toch kies ik voor een leven met een veel lagere
levensstandaard, zodat ik haar lang niet zo vaak kan zien als dat ik zou
willen. Groeien we niet uit elkaar? Ze is vijfentwintig inmiddels, terwijl ze
in mijn hoofd maar steeds achttien blijft.
Ik kijk naar mezelf met mijn oude autobrik, om me heen vliegen de grote en
vooral nieuwe auto’s langs me heen. Nederland is één en al bling bling, het
levensritme is hier twee of misschien wel drie keer zo snel als in de Auvergne.
Dit kan ik nooit evenaren. Ik ben blij dat ik hier nog kan komen voor een
bezoekje maar meer zit er voorlopig niet in. Toch voel ik tegelijkertijd ook
dat ik deze snelle wereld aardig begin te ontgroeien, ik moet er niet aan
denken om nog aan deze ratrace mee te doen.
Met een behoorlijke brok in m’n keel rijd ik weer naar Brabant, naar m’n ouders
om hier nog één nachtje te slapen voor mijn terugkeer naar huis. Terug naar de
rust en de natuur.
Maar in plaats van nog een laatste gezellig avondje krijg ik op de valreep nog
een tirade van m’n vader over me heen.
Dit heb ik sinds mijn pubertijd niet meer meegemaakt en je zou het op mijn
leeftijd ook niet meer verwachten, maar blijkbaar zit het hem erg hoog.
De strekking is duidelijk: het wordt tijd dat ik terugkom. De résidence d’artistes en jazzclub, waarvoor we naar Frankrijk zijn verhuisd
is van de baan, dus waarom zouden we dan nog in Frankrijk blijven?
“Je kunt daar de kost maar amper verdienen, wat zoek je daar toch in die
armoede!” roept hij boos uit. Hiermee volkomen voorbijgaand aan alles wat me
lief is en waar ik trots op ben.
Nu kan ik me zijn standpunt ook wel voorstellen, we moeten best wel sappelen om rond te komen en soms raak ik daar
ook wel van in de stress, maar anders
dan mijn vader zie ik nog steeds mogelijkheden.
Hij gaat ook voorbij aan het feit dat ik al bijna tien jaar weg ben. Behalve mijn dierbare
familie en een paar goede vrienden en af en toe een optreden, is er niets meer dat
me aan Nederland bindt. Ik heb in Frankrijk een nieuw leven opgebouwd. We
hebben ontzettend hard gewerkt om ons huis prachtig te verbouwen en een
gezellige stek te creëren. Ik heb een geweldige werkplek waar ik heerlijk kan
schrijven.
Maar vooral dat het leven in Frankrijk een ‘mode de vie’ is die mij ontzettend
bevalt en dat ik dit leven niet zomaar meer wil en kan loslaten, is iets wat hij totaal
niet begrijpt.
Voor hem is het gewoon terugkomen en de draad weer oppakken, nou zo simpel ligt
dat niet!
Dit probeer ik hem allemaal uit te leggen maar hij heeft zijn mening gevormd en
staat totaal niet open voor mijn argumenten.
Ondertussen voel ik me gefrustreerd over zoveel onbegrip maar eigenlijk nog
meer dat ik mezelf, als een kind, toch weer aan het verdedigen ben.
Ik zie mijn boze vader maar ik zie ook zijn onmacht en liefde. Hij begrijpt gewoon niets van mijn leven in
Frankrijk. Hij ziet mijn struggling niet als een avontuur en een uitdaging,
zoals ik dat zelf ervaar.
Eigenlijk heb ik deze tirade ook wel aan mezelf te danken. Ik ben veel te
open geweest al die tijd, ik vertel mijn ouders altijd alles over mijn voor en tegenspoed
omdat ik dat graag wil delen, maar daar moet ik mee gaan stoppen. Vooral voor mijn
vader is dit heel moeilijk, hij staat niet open voor het onbekende, het maakt
hem alleen maar angstig, zodat hij alleen maar de “negatieve” kant van mijn verhaal hoort.
Hij wil me gelukkig en vooral welvarend zien, gewoon, lekker veilig in Nederland.
En misschien ligt onder deze hele discussie ook nog wel het feit dat hij me mist.
Of het feit dat hij ouder wordt en dat er zomaar dingen kunnen gebeuren en dat
ik dan erg ver weg ben.
Mijn moeder die er de hele tijd wat stilletjes bijgezeten heeft, roept ons tot
de orde. “Zullen we er over ophouden? Jullie komen er toch niet uit, de
situatie is zoals hij is, laten we nog even een gezellige avond hebben met
elkaar.”
Gedurende de avond proberen we weer gewoon te doen, maar gemakkelijk is dat niet.
De opgeroepen emoties blijven als een soort mistwolk om ons heen hangen.
Emigreren is soms ook gewoon heel erg pijnlijk.
Maar nu is het zondagochtend en ik sta op het punt om te vertrekken. Ondanks dat
ik me nog steeds redelijk geëmotioneerd voel, ben ik ook erg opgelucht dat ik
weg kan, naar huis en naar Henk.
Mijn ouders zwaaien me na. “Tot de volgende keer Lies, doe voorzichtig!”
Het zijn gewoon heel erg lieve mensen, ik hoop dat ik weer snel terug kan
komen.
Maar voor nu… op naar Breda. Terug naar mijn nieuw gekozen leven, ik ben benieuwd wat deze reis weer gaat
brengen…………
_________________________________________________________________________________
In 2007 ben ik
samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse
platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:
Ben je geïnteresseerd? Via deze linken kun je het bestellen:
Bol.com boek € 16,95
Ebook ebook: €4,99
uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in
Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en
levenskunst op te zetten.
Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve
hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk
delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun
enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en
belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf,
dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er
in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle
gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…
Deel twee komt uit in september/ oktober 2014
Wat een héérlijk verhaal.Heel herkenbaar.
BeantwoordenVerwijderenBen benieuwd naar het verhaal van de co-voiturage.
groetjes, Irma
Prachtig verhaal, en ik ben ook heel benieuwd naar het vervolg....
BeantwoordenVerwijderenhaha ik weet wat er volgt en ik kan jullie zeggen dat ook dat de moeite waard wordt om te lezen!
BeantwoordenVerwijderenDank jullie voor de leuke reacties! Deel twee is gepubliceerd :-)
BeantwoordenVerwijderen