De naam die ik bij de
Trésorie heb opgeschreven, staat achter op de kwitantie die ik voor mijn
storting heb gekregen. Ik vis in mijn tasje en pluk er het verfrommelde blaadje
uit. Nog nooit heeft een kwitantie met deze recordsnelheid, de weg van Trésor
Public naar mijn bureau afgelegd, waar nieuwsgierigheid al niet goed voor is.
Computer aan, de speurtocht kan beginnen!
Laat ik eerst maar eens googlen of het woord dat maar één letter verschilt met
de naam van een Nederlandse stad, ook als achternaam bestaat.
Ja hoor, direct prijs. Ondanks dat het voor mij een onwaarschijnlijke achternaam
is, verschijnen er meerdere personen op
mijn beeldscherm, wat bedrijfsnamen en enkele via een facebook pagina.
Nou dat is dan duidelijk, dan is ‘de heer’ dus geen naam maar ‘monsieur’. Ik
ben helemaal in mijn nopjes, wow wat is internet toch geweldig.
Maar hoe kom ik er nu achter of de persoon die ik zoek er tussenstaat? Het is
allemaal leuk dat ik zo snel heb uitgevonden dat het dus zijn naam is maar nu
heb ik geen enkele aanwijzing meer naar zijn woonplaats. Ik kan toch moeilijk
al die bedrijven en facebook pagina’s uit gaan pluizen om te kijken of er
linkjes naar de Auvergne zijn.
Ik zit wat te scrollen en door te klikken en dan zie ik een site die
straatnamen aangeeft.
Ongelooflijk, dat zoiets bestaat! Wie bedenkt of maakt zo’n site?
Wat melig, je moet een naam invullen en dan verschijnen alle straatnamen in
Nederland waar een familie met die naam woont. Ik ga het rijtje af en warempel
ik zie een straat die met een beetje fantasie lijkt op het woord dat, wat ik me
herinner, met blokletters op het papiertje van de Trésorie stond. Ik klik erop
en ik krijg een adres in Waalwijk. Hiermee zoek ik op telefoonboek.nl, voilà
ook dat verschijnt.
Record speurtijd, zeven minuten.
Trots bel ik de dames van de Trésor Public, we verifiëren de straat en het
klopt, dit moet hem zijn!
De dame reageert blij verrast, nu heeft ze zijn hele adres compleet, inclusief
zijn telefoonnummer. Aangezien ik me inmiddels bij de zaak betrokken voel,
vraag ik haar wat ze gaat doen. Of beter gezegd, ik bemoei me er gewoon mee en
zeg haar dat bellen natuurlijk het snelst gaat. “Oui, oui,” zegt ze zonder veel enthousiasme, “mais c’est
difficile avec la langue.” Oh ja, dat durft ze natuurlijk
niet, schiet door mijn hoofd.
Ondanks dat ik twijfel of dit niet te ver gaat,
stel ik voor dat ik wel wil bellen. De dame, maakt zich duidelijk niet
zo druk over de beroepsethiek en neemt mijn aanbod direct aan. “Vraag naar hun
Franse adres en welke belasting ze gestort hebben.”
Dit is toch wel weer bizar, sta ik met de belastingdienst te bespreken hoe ‘we’ hun klant moeten benaderen. Haha,
dit vind ik leuheuk!
Ik bellen, maar in plaats van op een Nederlandse man of vrouw, stuit ik op een
Franse computerstem die zegt dat dit nummer op dit moment niet beschikbaar is. Dat
is vreemd. Maar er is dus duidelijk wel een connectie met Frankrijk.
Ik bel weer terug naar de Trésorie en leg uit dat ik geen gehoor krijg en stel
voor dat ze dan zelf op een later tijdstip maar contact moeten zoeken, of
gewoon een briefje sturen. Terwijl we daarover bezig zijn, dat duurt altijd
even want in Frankrijk moet een conversatie altijd in drie verschillende vormen
herhaald worden, hoor ik een piepje in de hoorn. Een dubbelgesprek. Dat is vast
die vent, denk ik en omdat je maar twee piepjes de tijd hebt om dat gesprek aan
te nemen, zeg ik zeer gehaast dat ik moet ophangen en verbreek de lijn. Nu zou
de telefoon weer moeten gaan rinkelen maar er gebeurt niets. Ik ben dus te
laat.
Pff, de zaak begint wat slepend te worden, daar gaan we weer, terugbellen naar
de Trésor Public. Terwijl ik uitleg dat het loos alarm was en we bezig zijn met
afronden van het gesprek, hoor ik weer een piepje. Zul je hem weer hebben, denk
ik vermoeid door de situatie, pff laat maar gaan, ik heb er geen zin
meer in.
Ik wens de dame veel succes en we hangen op.
De verdere middag duik ik weer in mijn schrijversbestaan.
Rond vier uur gaat de telefoon, in het scherm zie ik een 06 nummer. Ik neem op:
“Oui allo?”
Een, aan zijn stem te horen, wat oudere nette heer, maakt zich in een enigszins
onzeker Frans, kenbaar met de naam die maar één letter verschilt met een
Nederlandse plaatsnaam. “Vous me téléphoné?”
Daar is hij dan, hebben we toch nog contact.
Om hem direct uit deze Franse conversatie te bevrijden, antwoord ik wat
lachend: “Ik ben Nederlandse hoor, we kunnen Nederlands spreken.”
“Ah, Nederlandse,” zegt de heer verbaast, “maar ik zag toch een Frans nummer
staan?”
Ik leg uit dat ik in Frankrijk woon en dat ik hem bel namens de Franse
belastingdienst. De heer maakt een geluid alsof hij me niet begrijpt. “Ja,”
vervolg ik , “u heeft geld gestort, maar zij weten niet waarvoor.”
De heer antwoordt vragend: “Maar bent u dan van het office du tourisme?”
Nu
begrijp ik hem weer niet. “ Nee, de Trésor Public, voor uw huis in Frankrijk.”
“Mevrouw, ik heb helemaal geen huis in Frankrijk.”
Dit is bizar!
“Maar waarom belt u me dan?” Ik leg uit wat er gebeurd is bij de Trésor Public
en dan begint er iets bij de heer te dagen.
“Ja, ik heb wel geld gestort naar Frankrijk maar dat was voor de reservering
van een camping. Vanuit welk dorp belt u?” Ik noem de naam van ons dorp.
“Ja,”
zegt de man, “dat herken ik, daar willen we op vakantie volgende maand.
Ik heb een plaats op de camping besproken, daarvoor heb ik geld overgemaakt
naar het office du tourisme. Is dat niet goed overgekomen?” vraagt hij met duidelijk
ongeloof in zijn stem.
“Nee, blijkbaar niet,” zeg ik lachend, “meneer, het is hier redelijk
middeleeuws hoor!”
De heer begint nu ook schik in ons gesprekje te krijgen.
“Nou mevrouw, dat kunt u wel zeggen! Wat
ik al een briefwisselingen heb gehad met die camping, dat is werkelijk ongelooflijk!
Het was niet mogelijk om per bank te betalen, alleen iets met chèques geloof
ik. Maar ja, die hebben wij niet. Uiteindelijk was het toch mogelijk en kreeg
ik een ibannummer van het office du tourisme. Daar heb ik het geld op gestort
onder vermelding van ‘reservering camping’.”
“Ja, en de camping en het office zijn van de gemeente, vandaar dat uw geld
waarschijnlijk bij de Trésor Public terecht is gekomen.”, vul ik aan.
We zijn eruit maar de man is nog steeds vol ongeloof over deze bizarre
situatie. “Nou dank u wel hoor mevrouw, dat u dit voor ons heeft gedaan.”
Ik zeg hem dat het voor mij geen enkele moeite was en dat ik blij ben dat het
nu opgelost is.
“Ja,” zegt de heer, “ik zeg nog zo tegen mijn vrouw, “wat gek, een Frans nummer”,
ik dacht: dat moet m’n broer zijn, die woont in Frankrijk.
We stonden namelijk
in een kerk, weet u, we zijn nu ook in frankrijk op vakantie maar gewoon in een
hotel, onze telefoon staat doorverbonden naar m’n mobiel.”
Aha, denk ik, vandaar die Franse computerstem.
De heer is nu helemaal op dreef en begint enthousiast te ratelen over deze wel
heel bijzondere toevalligheden allemaal. “ Maar ja in een kerk heb je geen
goede verbinding. Dus ik naar buiten. Ik heb toen teruggebeld maar kreeg geen
gehoor. Wie had dit nu kunnen verwachten?
Ja, dat doen we namelijk elk jaar, dan zoeken we ook een leuke camping, mijn
broer is namelijk……” Er volgt nog een heel relaas over zijn familie en hun
gewoontes.
Waar een bezoek aan de Trésor Public al niet toe kan leiden, ik houd van dit
soort vreemde ontmoetingen en zo te voelen deze onbekende heer ook.
“Oh, en u woont daar mevrouw? Permanent?” Nieuwsgierigen herkennen elkaar
altijd direct, dus ook ik vertel iets over onze situatie.
Toen we het Jazz Café nog hadden, zou ik meteen gezegd hebben: “Kom gerust eens
langs.” Maar ja, we zijn geen publieke personen meer, we hebben hier gewoon een
huis en that’s it.
Omdat dit voor mij ook een vreemde situatie is, laat ik het een beetje in het
midden. Ik leg wel uit dat ik erg dicht bij de camping woon maar twijfel ook
weer of ik die mensen dan zomaar weer in mijn privé leven moet uitnodigen. Het
blijft hangen.
Nadat de heer me nogmaals bedankt heeft en ik hem een fijne vakantie heb
toegewenst hangen we op.
Gelijk bellen met de Trésorie. “Ik heb het raadsel opgelost”, val ik on-Frans direct
met de deur in huis.
Ik vertel het hele verhaal en ook de dame is verbaasd, de camping, dat ze daar
niet aan gedacht hebben!
Ze bedankt me en zegt dan wat lachend, “Misschien moeten we wat van je
belastingschuld afhalen.” Hahaha, lach
ik, “nou, als dat zou kunnen!”
“Nee,”zegt ze nog na-grinnikend, “laat ik dat maar niet doen, dan kom ik nog in de
gevangenis.”
Twee weken later gaat de telefoon, het is de heer met de naam die één letter
verschilt met een Nederlandse plaatsnaam. Hartelijk, begroet ik hem.
“Mijn vrouw en ik hebben er al zo ontzettend om gelachen, wat een toestand!
Ik wil u nogmaals bedanken.”
Ik antwoord dat het echt geen enkele moeite was en
dat ik het nog leuk gevonden had ook.
“Maar wij dachten, heeft u misschien iets
nodig uit Nederland? Kunnen wij iets voor u meenemen?”
Wat een aardige spontane mensen. Toch bedank ik voor het aanbod. Het was zo’n
kleine moeite voor mij, voor mijn gevoel kan ik moeilijk zeggen “Neem maar een
kilo oude kaas mee.”
Nee dat gaat te ver. De man vist nog wat naar mijn adres en dan hangen we op.
Ik heb zo’n vermoeden dat ik hem nog ga zien deze zomer.
_________________________________________________________
In 2007 ben ik
samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse
platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:
Ben je geïnteresseerd? Via deze linken kun je het bestellen:
Bol.com boek € 16,95
Ebook ebook: €4,99
uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in
Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en
levenskunst op te zetten.
Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve
hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk
delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun
enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en
belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf,
dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er
in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle
gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…
Deel twee komt uit in september/ oktober 2014
magnifique!!!!!!!
BeantwoordenVerwijderen