zaterdag 17 augustus 2013

Part2, Speuren voor de Franse belastingdienst

De naam die ik bij de Trésorie heb opgeschreven, staat achter op de kwitantie die ik voor mijn storting heb gekregen. Ik vis in mijn tasje en pluk er het verfrommelde blaadje uit. Nog nooit heeft een kwitantie met deze recordsnelheid, de weg van Trésor Public naar mijn bureau afgelegd, waar nieuwsgierigheid al niet goed voor is.
Computer aan, de speurtocht kan beginnen!
Laat ik eerst maar eens googlen of het woord dat maar één letter verschilt met de naam van een Nederlandse stad, ook als achternaam bestaat.
Ja hoor, direct prijs. Ondanks dat het voor mij een onwaarschijnlijke achternaam is,  verschijnen er meerdere personen op mijn beeldscherm, wat bedrijfsnamen en enkele via een facebook pagina.
Nou dat is dan duidelijk, dan is ‘de heer’ dus geen naam maar ‘monsieur’. Ik ben helemaal in mijn nopjes, wow wat is internet toch geweldig.
Maar hoe kom ik er nu achter of de persoon die ik zoek er tussenstaat? Het is allemaal leuk dat ik zo snel heb uitgevonden dat het dus zijn naam is maar nu heb ik geen enkele aanwijzing meer naar zijn woonplaats. Ik kan toch moeilijk al die bedrijven en facebook pagina’s uit gaan pluizen om te kijken of er linkjes naar de Auvergne zijn.
Ik zit wat te scrollen en door te klikken en dan zie ik een site die straatnamen aangeeft.
Ongelooflijk, dat zoiets bestaat! Wie bedenkt of maakt zo’n site?
Wat melig, je moet een naam invullen en dan verschijnen alle straatnamen in Nederland waar een familie met die naam woont. Ik ga het rijtje af en warempel ik zie een straat die met een beetje fantasie lijkt op het woord dat, wat ik me herinner, met blokletters op het papiertje van de Trésorie stond. Ik klik erop en ik krijg een adres in Waalwijk. Hiermee zoek ik op telefoonboek.nl, voilà ook dat verschijnt.
Record speurtijd, zeven minuten.
Trots bel ik de dames van de Trésor Public, we verifiëren de straat en het klopt, dit moet hem zijn! 
De dame reageert blij verrast, nu heeft ze zijn hele adres compleet, inclusief zijn telefoonnummer. Aangezien ik me inmiddels bij de zaak betrokken voel, vraag ik haar wat ze gaat doen. Of beter gezegd, ik bemoei me er gewoon mee en zeg haar dat bellen natuurlijk het snelst gaat.
“Oui, oui,” zegt ze zonder veel enthousiasme, “mais c’est difficile avec la langue.” Oh ja, dat durft ze natuurlijk niet, schiet door mijn hoofd.
Ondanks dat ik twijfel of dit niet te ver gaat,  stel ik voor dat ik wel wil bellen. De dame, maakt zich duidelijk niet zo druk over de beroepsethiek en neemt mijn aanbod direct aan. “Vraag naar hun Franse adres en welke belasting ze gestort hebben.”
Dit is toch wel weer bizar, sta ik met de belastingdienst te bespreken hoe ‘we’ hun klant moeten benaderen. Haha, dit vind ik leuheuk!

Ik bellen, maar in plaats van op  een Nederlandse man of vrouw, stuit ik op een Franse computerstem die zegt dat dit nummer op dit moment niet beschikbaar is. Dat is vreemd. Maar er is dus duidelijk wel een connectie met Frankrijk.
Ik bel weer terug naar de Trésorie en leg uit dat ik geen gehoor krijg en stel voor dat ze dan zelf op een later tijdstip maar contact moeten zoeken, of gewoon een briefje sturen. Terwijl we daarover bezig zijn, dat duurt altijd even want in Frankrijk moet een conversatie altijd in drie verschillende vormen herhaald worden, hoor ik een piepje in de hoorn. Een dubbelgesprek. Dat is vast die vent, denk ik en omdat je maar twee piepjes de tijd hebt om dat gesprek aan te nemen, zeg ik zeer gehaast dat ik moet ophangen en verbreek de lijn. Nu zou de telefoon weer moeten gaan rinkelen maar er gebeurt niets. Ik ben dus te laat.
Pff, de zaak begint wat slepend te worden, daar gaan we weer, terugbellen naar de Trésor Public. Terwijl ik uitleg dat het loos alarm was en we bezig zijn met afronden van het gesprek, hoor ik weer een piepje. Zul je hem weer hebben, denk ik vermoeid door de situatie, pff laat maar gaan, ik heb er geen zin meer in.
Ik wens de dame veel succes en we hangen op.

De verdere middag duik ik weer in mijn schrijversbestaan.
Rond vier uur gaat de telefoon, in het scherm zie ik een 06 nummer. Ik neem op: “Oui allo?”
Een, aan zijn stem te horen, wat oudere nette heer, maakt zich in een enigszins onzeker Frans, kenbaar met de naam die maar één letter verschilt met een Nederlandse plaatsnaam. “Vous me téléphoné?”
Daar is hij dan, hebben we toch nog contact.
Om hem direct uit deze Franse conversatie te bevrijden, antwoord ik wat lachend: “Ik ben Nederlandse hoor, we kunnen Nederlands spreken.”
“Ah, Nederlandse,” zegt de heer verbaast, “maar ik zag toch een Frans nummer staan?”
Ik leg uit dat ik in Frankrijk woon en dat ik hem bel namens de Franse belastingdienst. De heer maakt een geluid alsof hij me niet begrijpt. “Ja,” vervolg ik , “u heeft geld gestort, maar zij weten niet waarvoor.”
De heer antwoordt vragend: “Maar bent u dan van het office du tourisme?”
Nu begrijp ik hem weer niet. “ Nee, de Trésor Public, voor uw huis in Frankrijk.”
“Mevrouw, ik heb helemaal geen huis in Frankrijk.”
Dit is bizar!
“Maar waarom belt u me dan?” Ik leg uit wat er gebeurd is bij de Trésor Public en dan begint er iets bij de heer te dagen.
“Ja, ik heb wel geld gestort naar Frankrijk maar dat was voor de reservering van een camping. Vanuit welk dorp belt u?” Ik noem de naam van ons dorp.
“Ja,” zegt de man, “dat herken ik, daar willen we op vakantie volgende maand.
Ik heb een plaats op de camping besproken, daarvoor heb ik geld overgemaakt naar het office du tourisme. Is dat niet goed overgekomen?” vraagt hij met duidelijk ongeloof in zijn stem.
“Nee, blijkbaar niet,” zeg ik lachend, “meneer, het is hier redelijk middeleeuws hoor!”

De heer begint nu ook schik in ons gesprekje te krijgen.
“Nou mevrouw, dat kunt u wel zeggen!  Wat ik al een briefwisselingen heb gehad met die camping, dat is werkelijk ongelooflijk!
Het was niet mogelijk om per bank te betalen, alleen iets met chèques geloof ik. Maar ja, die hebben wij niet. Uiteindelijk was het toch mogelijk en kreeg ik een ibannummer van het office du tourisme. Daar heb ik het geld op gestort onder vermelding van ‘reservering camping’.”
“Ja, en de camping en het office zijn van de gemeente, vandaar dat uw geld waarschijnlijk bij de Trésor Public terecht is gekomen.”, vul ik aan.
We zijn eruit maar de man is nog steeds vol ongeloof over deze bizarre situatie. “Nou dank u wel hoor mevrouw, dat u dit voor ons heeft gedaan.”
Ik zeg hem dat het voor mij geen enkele moeite was en dat ik blij ben dat het nu opgelost is.
“Ja,” zegt de heer, “ik zeg nog zo tegen mijn vrouw, “wat gek, een Frans nummer”, ik dacht: dat moet m’n broer zijn, die woont in Frankrijk.
We stonden namelijk in een kerk, weet u, we zijn nu ook in frankrijk op vakantie maar gewoon in een hotel, onze telefoon staat doorverbonden naar m’n mobiel.”
Aha, denk ik, vandaar die Franse computerstem.
De heer is nu helemaal op dreef en begint enthousiast te ratelen over deze wel heel bijzondere toevalligheden allemaal. “ Maar ja in een kerk heb je geen goede verbinding. Dus ik naar buiten. Ik heb toen teruggebeld maar kreeg geen gehoor. Wie had dit nu kunnen verwachten?
Ja, dat doen we namelijk elk jaar, dan zoeken we ook een leuke camping, mijn broer is namelijk……” Er volgt nog een heel relaas over zijn familie en hun gewoontes.
Waar een bezoek aan de Trésor Public al niet toe kan leiden, ik houd van dit soort vreemde ontmoetingen en zo te voelen deze onbekende heer ook.
“Oh, en u woont daar mevrouw? Permanent?” Nieuwsgierigen herkennen elkaar altijd direct, dus ook ik vertel iets over onze situatie.

Toen we het Jazz Café nog hadden, zou ik meteen gezegd hebben: “Kom gerust eens langs.” Maar ja, we zijn geen publieke personen meer, we hebben hier gewoon een huis en that’s it.
Omdat dit voor mij ook een vreemde situatie is, laat ik het een beetje in het midden. Ik leg wel uit dat ik erg dicht bij de camping woon maar twijfel ook weer of ik die mensen dan zomaar weer in mijn privé leven moet uitnodigen. Het blijft hangen.
Nadat de heer me nogmaals bedankt heeft en ik hem een fijne vakantie heb toegewenst hangen we op.
Gelijk bellen met de Trésorie. “Ik heb het raadsel opgelost”, val ik on-Frans direct met de deur in huis.
Ik vertel het hele verhaal en ook de dame is verbaasd, de camping, dat ze daar niet aan gedacht hebben!
Ze bedankt me en zegt dan wat lachend, “Misschien moeten we wat van je belastingschuld afhalen.” Hahaha, lach ik, “nou, als dat zou kunnen!”
“Nee,”zegt ze nog na-grinnikend, “laat ik dat maar niet doen, dan kom ik nog in de gevangenis.”

Twee weken later gaat de telefoon, het is de heer met de naam die één letter verschilt met een Nederlandse plaatsnaam. Hartelijk, begroet ik hem.
“Mijn vrouw en ik hebben er al zo ontzettend om gelachen, wat een toestand! Ik wil u nogmaals bedanken.”
Ik antwoord dat het echt geen enkele moeite was en dat ik het nog leuk gevonden had ook.
“Maar wij dachten, heeft u misschien iets nodig uit Nederland? Kunnen wij iets voor u meenemen?”
Wat een aardige spontane mensen. Toch bedank ik voor het aanbod. Het was zo’n kleine moeite voor mij, voor mijn gevoel kan ik moeilijk zeggen “Neem maar een kilo oude kaas mee.”
Nee dat gaat te ver. De man vist nog wat naar mijn adres en dan hangen we op.
Ik heb zo’n vermoeden dat ik hem nog ga zien deze zomer. 


                               _________________________________________________________

In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99
 


uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014

1 opmerking: