maandag 15 juli 2013

Laissez-faire mentaliteit

“Ze zijn bezig met landmeten”, zegt Henk terloops terwijl hij zijn contrabas naar binnen sleurt. Hij komt net terug van een repetitie.
“Oh jee, zouden ze dan toch beginnen?”, reageer ik enigszins verontrust.  “Waar waren ze?”
“Net voor Berlet.”  
Berlet is een ‘hameau’, een gehuchtje dat iets verderop aan de weg ligt.
“En heb je dan niet gevraagd aan die mannen wat ze daar staan te doen?”
“Landmeten natuurlijk!” antwoordt Henk droog.
“Ja, hè hè, dat snap ik ook wel! Nee, ik bedoel of zij toevallig weten wat er gaat gebeuren.”
“Ik ben me besodemieterd, ik ga dat een beetje aan die lui vragen, die weten dat toch niet. Ik kijk wel uit, dan moet ik nog met ze praten ook.”
Ik had me deze vraag kunnen besparen want Henk zal nooit iets vragen, daar is hij niet nieuwsgierig genoeg voor en hij heeft een bloedhekel aan zomaar een praatje maken.
Ik wel, ik ben van het praatje en zeker van het vragen. Je weet het maar nooit, misschien weten ze het wel, dan zou ik het nu ook weten.
“Nou, we zien het wel hoor,” zegt Henk laconiek, “voor ze aan iets beginnen moeten ze toch eerst bij ons komen, lijkt me.”
“Ja, daar heb je ook weer gelijk in”, zeg ik terwijl ik weer aanstalten maak om naar mijn etage en schrijversbestaan te verdwijnen.
Een uurtje later roept Henk naar boven: “Lies, hier is je kans! Ze staan nu voor de deur.”
Ik schiet naar beneden, hup naar buiten en stap op de mannen af . Even later stap ik opgelucht weer naar binnen.
Het is voor de EDF, de energiemaatschappij, ze willen de stroomdraden ondergronds maken.
Poeh, gelukkig, loos alarm voor dit moment. Al hoewel we al bijna een jaar niets meer gehoord hebben hangt er, sinds januari 2012 iets bijzonder vervelends boven ons hoofd.

Op een dag rond een uur of twee in de middag wordt er aan de bel getrokken. Een dame en een heer staan voor de deur. De dame draagt een aktetas en de heer een grote rol papier, of ze even binnen mogen komen en in de tuin kijken. Ze komen voor de verbreding van de weg.
“Natuurlijk”, zeg ik verrast maar ook op mijn hoede. “Wat gaat er gebeuren?”
Het blijkt dat de weg tussen  de dorpjes Courpière en Aubusson in z’n geheel  met drie meter verbreed wordt.
Hier zijn ze tien jaar geleden aan begonnen, maar door geldgebrek is alleen het gedeelte tussen het kruispunt waaraan ons huis staat en Aubusson gedaan. Daar is de weg inderdaad breder.
Eind 2012 is het tweede gedeelte aan de beurt.
Wij weten niets van dit plan. We wonen hier nu sinds 2004 en we hebben nog nooit enig bericht gehad, het is ook niet besproken tijdens de koop.
Dit had ik totaal niet verwacht. Sterker nog, toevallig zeiden Henk en ik deze week nog tegen elkaar dat wij hier toch maar lekker rustig wonen, zonder kans op een snelweg of TGV-lijn voor de deur.
Wat vreselijk! Weg verbreden betekent meer verkeer en harder rijden. Daar gaat ons prachtige weggetje dat zo lieflijk langs de rivier kronkelt.
Het blijkt een omvangrijk project te zijn dat wel twee jaar kan duren. De eigenaren moeten eerst een strook van hun land verkopen. Ook het uitvoerend werk zal, vanwege de rotsen en de rivier, een hele klus worden. In principe kan de verbreding niet aan de rivierkant, dus op sommige plaatsen moeten ze rotspartijen met dynamiet opblazen.
De dame vraagt of ze even in de tuin mogen kijken.

Ons terrein kronkelt ongeveer honderdvijftig meter met de weg mee. Het eerste gedeelte van zo’n vijftig meter vanaf ons huis is plat en tuin, daarna gaat het omhoog en worden het rotsen met bos. Langs de gehele lengte van het tuingedeelte staat een enorme haag die voor beschutting en privacy zorgt. De rots achterin ligt in de bocht tussen ons en de weg, waardoor de automobilisten van die kant ook niet de tuin in kunnen kijken.
Als we de tuin in komen zie ik dat de dame dit niet had verwacht. “Mooi hè,” zeg ik breed lachend van trots, “hier zijn we nu voor naar Frankrijk gekomen.” De dame kan het zich indenken maar ze kijkt bedenkelijk. Al snel begrijp ik waarom.
Ondanks dat wij wel genoeg ruimte hebben aan de rivierkant van de weg, is ook hier de wegverbreding richting tuin gepland,  precies op de plek van de haag. Ook de lindeboom waar wij met mooi weer altijd onder eten, moet eraan en de rots die ons zo fijn afschermt, zal opgeblazen moeten worden. Paniek vliegt me naar de keel en ik voel een enorme knoop in mijn maag.
“Ja, maar dat kan niet,” zeg ik met een van emotie hoog stemmetje, dan zijn we onze tuin en privacy kwijt. Jullie kunnen toch niet zomaar een weg door onze tuin plannen?”
De dame geeft toe dat, nu ze dit ziet, het ook wel een ondoordachte keuze is. Ze zijn al jaren met het plan bezig en hebben alleen maar gewerkt met de gegevens van het kadaster. Hierop is onze tuin een weiland, ze hebben zich niet gerealiseerd dat het inmiddels een privétuin is.
“Nou dat kan echt niet hoor! Waarom zijn wij hierover nooit ingelicht? Als we dit hadden geweten hadden we nooit dit huis gekocht!”
Ik val stil. Dit is een regelrechte ramp! Maar mijn paniek verandert in boosheid en ik vervolg: “Aan de overkant is er plek genoeg, ga daar maar plannen! En daarbij als wij niet verkopen, dan kunnen jullie toch niets doen!”
De dame en de heer bekijken de optie , meten hier en daar wat en daarna gaan we weer naar binnen. De rol papier wordt op tafel uitgerold en ze laat ons de omvang van het project zien. De bedoeling is dat ze eind 2012 beginnen, aan onze kant.
Een kwartiertje later staan ze weer buiten. De dame heeft beloofd dat ze zal onderzoeken of er een mogelijkheid is om het plan bij ons te wijzigen.

De hele gemeenschap is in rep en roer. Niet alleen wij komen er slecht vanaf, bij de buurman die in Berlet woont, willen ze zowat door zijn keuken heen en verder zal zijn gehele tuin binnen het project vallen, dus die is hij kwijt. De waarde van onze huizen zal er ook niet op vooruitgaan, zijn huis zal zelfs onverkoopbaar worden. De oude man windt zich zo op dat hij naar de dokter moet om pillen te halen voor zijn hart. Er wordt in onze omgeving over niets anders meer gesproken dan de weg.
Omdat blijkbaar alle bewoners heftig geprotesteerd hebben, komt er een dorps enquête op gang. Iedereen erheen.
Het gaat heel knullig, er is een tafel waar het uiteindelijke plan op gepresenteerd ligt. De weg gaat nog steeds door onze tuin, zie ik direct. Iedereen mag het plan inzien en heeft dan één week de tijd om bezwaar te maken. Dit kun je aantekenen in een groot boek. Wij hebben thuis op de computer een bezwaarschrift opgesteld, compleet met tekening van onze suggestie.
Als we in het gemeentehuis aankomen, komt de buurman net naar buiten. Nou die moet vast wel een uurtje of wat binnen gezeten hebben, want hij heeft met de pen wel vier bladzijdes in het boek volgeschreven. Onze enveloppe wordt niet geaccepteerd, het bezwaar moet in het boek staan.
Omdat wij er nogal moeilijk over doen, plakt de burgemeester dan maar zelf onze brief in het boek en zet er een krabbel bij.
Dan wordt het wachten. Van sommige omwonenden horen we dat ze al terrein verkocht hebben.
De weg begint ons leven te beheersen en ons woonplezier te verpesten.
Onze dokter is een gitaar leerling van Henk en biedt aan om de zaak eens met een bevriend advocaat te bespreken. Misschien kan hij ook ons bezwaarschrift eens beoordelen. De man schrijft belangeloos een nieuw bezwaarschrift, dat wij weer naar de Préfecture sturen.
Als ik na een paar dagen bel om te controleren of het goed ontvangen is en om te vragen hoe het nu verder gaat, krijg ik te horen dat alles onder behandeling is en dat we spoedig bericht krijgen.


Zomer 2012 gaat voorbij en nog steeds hebben we geen bericht van het departement. Het wordt november, nog steeds geen teken van leven. Wij zijn zelfs nog niet eens benaderd voor de grondverkoop, terwijl ze toch als eerste bij ons zouden beginnen,  rond deze tijd zo’n beetje.
Inmiddels is het juli 2013 en zwijgt het departement in alle talen.
Via een lager in rangorde werkende ambtenaar van de buitendienst, die ik bij het Lac tegenkom, hoor ik dat er geen geld is. “C’est la crise”, zegt hij terwijl hij zijn schouders ophaalt en op z’n andere been gaat staan om ons genoeglijke praatje nog wat langer vol te houden.
Ik kijk meewarig maar jubel van binnen. Toch nog iets goeds aan die crisis! Opgetogen vertel ik het Henk later.
Inmiddels beginnen we al te denken dat het hele plan niet door zal gaan, dat het een storm in een glas water geweest is, zoals met zoveel zaken hier in Frankrijk.
Maar daar staan dan ineens vandaag die mannetjes te meten, gelukkig voor de EDF, niets te vrezen dus, in tegenstelling, het is voor iets waar ik ontzettend blij mee ben, de stroom komt ondergronds! Hoe vaak wij geen stroomstoring hebben als het waait.
In m’n nopjes zit ik wat over die stroom en de vooruitgang te mijmeren. Hoe zouden ze dat eigenlijk aan gaan pakken met al die rotsen hier? Dat wordt nog een heel project. In gedachte zie ik ze al langs de weg graven.
Ineens schiet er een angstaanjagende ‘Hollandse’ gedachte achteraan,  oh jee, ze zullen toch niet hun projecten koppelen en gaan samenwerken? Als ze slim zijn doen ze dat natuurlijk, dat scheelt veel tijd en geld!
Nu is dit een volkomen niet-Franse oplossing, maar je weet het maar nooit.
Gisteren klaagde een bevriende Franse muzikant gekscherend dat Frankrijk vernoordelijkt en haar Latijnse “laissez-faire” mentaliteit aan het verliezen is.    
“Lieve God, laat ze hier alstublieft nog wat langer Frans blijven”, doe ik een schietgebedje.
________________________________________________________________________


In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99

 
Toekomstmuziek in Frankrijk, dromen over de grens
uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten